Eerste waarschuwingssignalen luchtweginfectie / verkoudheid

Zo'n twee tot vijf keer per jaar worden we er door overvallen: gesnotter, gehoest, pijn in de keel. Kortom, een luchtweginfectie.

Snotteren en hoesten zijn vaak de eerste waarschuwingssignalen van een luchtweginfectie of verkoudheid. Door de infectie zwelt het slijmvlies in de luchtwegen op en produceert slijm. Daardoor gaan we hoesten. Dat is niet altijd fijn, maar die hoestreflex zorgt er wel voor dat het slijm niet blijft zitten. Hoest is dus eigenlijk een fantastisch opruimsysteem van onze luchtwegen.

Het opgezette slijmvlies fabriceert ook snot. Soms waterig als bij een loopneus; soms dikker – groen en geel – als bij een verstopte neus. Door niezen en snuiten raken we op den duur ook dat slijm kwijt. Een riekende adem, een kriebelende of pijnlijke keel, hoofdpijn, een beetje spierpijn, wat koorts en een ziek of belabberd gevoel horen ook bij een ontsteking van de luchtwegen.

Wat is beter: neus ophalen of snuiten?  

Een lage luchtweginfectie ontstaat vaak na een verkoudheid of een andere bovenste luchtweginfectie. Ophoesten van vies sputum, benauwdheid en een moeilijke ademhaling komen zowel bij longontsteking als bronchitis voor. Koorts, pijn bij het ademen of neusvleugelademhaling (bij kinderen) wijzen op een longontsteking. Een bronchitispatiënt heeft meestal geen hoge koorts. Vaak begint een 'bronchites' met een droge hoest, die na een paar dagen vergezeld kan gaan van etterig slijm.

De bekendste luchtweginfecties

Bovenste luchtweginfecties

  • acute (rhino)sinusitis (infectie van de neus- of bijholten: verkoudheid, holteontsteking)
  • acute pharyngitis (keelontsteking)
  • acute tonsillitis (infectie van de amandelen)

Onderste luchtweginfecties:

  • pneumonie (ontsteking van de longblaasjes)
  • acute bronchitis (ontsteking van de wand van de bronchiën)
  • acute bronchiolitis (ontsteking van de bronchiolen, fijne vertakkingen van de luchtpijp)
Sluit de enquête