De functie van pijn

Als we pijn hebben, proberen we er natuurlijk alles aan te doen om er zo snel mogelijk van af te komen. Heel begrijpelijk, want pijn is niet fijn. Toch heeft pijn een functie. Dr. Jeroen de Jong, gedragstherapeut en pijnbehandelaar van het Maastricht UMC+, licht het toe.

Pijn beschermt ons en maakt ons attent op mogelijk gevaar en het ontstaan en/of verergering van letsel. Pijn zorgt ervoor dat we anders gaan bewegen, ons anders gaan gedragen en anders gaan denken. En daardoor wordt de uiteindelijke genezing positief beïnvloed. Kortom, pijn is heel nuttig.

Zo nu en dan lijkt ons pijnsysteem vreemd te reageren. Zo hoeft de hoeveelheid pijn die je ervaart, niet noodzakelijkerwijs in relatie te staan tot de hoeveelheid weefselschade die je hebt opgelopen. Denk maar aan soldaten die midden in het gevecht een been verliezen en dit niet merken omdat ze geen pijn voelen. Of mensen met ernstige brandwonden die weer een brandend huis inrennen om anderen te redden. En sporters die ondanks een zware blessure toch iets uitzonderlijks presteren.

Maar wat als je toevallig een punaise in je vinger krijgt? Dan is er eigenlijk niet veel schade, maar het kan toch erg veel pijn doen. Het steekt, maakt je geïrriteerd en je kunt niet geloven dat een punaise zoveel pijn kan doen. Hoe kan dat? Onze hersenen spelen een belangrijke rol bij pijnervaring. Elke pijnervaring is een normale en nuttige, maar onplezierige reactie op een situatie die onze hersenen als zeer dreigend zien. Wanneer onze hersenen dan denken dat er geen gevaar dreigt, kan het dus zijn dat we geen pijn voelen. Zelfs niet als er wel degelijk schade is aan bijvoorbeeld spieren, pezen en/of zenuwen. Maar andersom kan ook: wanneer er helemaal geen schade (meer) is, kunnen we toch nog (steeds) pijn voelen om de simpele reden dat onze hersenen denken dat we gevaar lopen. Onze hersenen bepalen dus of we iets als pijnlijk ervaren of juist niet.

Rugpijn is, naast hoofdpijn, de meest voorkomende pijnklacht. Bij rugpijn laat onderzoek zien dat er vaak geen verband is tussen de hoeveelheid schade aan de wervel(s) en/of zenuw(en) en de pijn die iemand voelt. Veel mensen hebben bijvoorbeeld slijtage van de wervels, maar toch nooit rugpijn. Veel weefselveranderingen zijn gewoon een normaal onderdeel van het leven en hoeven niet pijn te doen. Het is aannemelijk en normaal dat een röntgenfoto van de wervelkolom bij een ouder persoon veranderingen laat zien die kunnen worden beschreven als gewrichtsslijtage. Deze veranderingen kunnen pijnlijk zijn, maar hoeven absoluut niet te betekenen dat iemand moet stoppen met een actief leven.

De situatie waarin we ons bevinden als de pijn ontstaat en de eventuele gevolgen hiervan op andere aspecten van ons leven is cruciaal bij pijnbeleving. Je krijgt bijvoorbeeld een houtsplinter in je vinger. Stel je bent een beroepsgitarist. Dan is deze situatie zeer bedreigend (want je kunt misschien niet meer gitaar spelen) en dat zorgt voor een andere pijnervaring dan wanneer je in het dagelijks leven niet of nauwelijks van een specifieke vinger afhankelijk bent.

Wat te doen bij pijn? Bewegen!

Er worden veel behandelmogelijkheden aangeboden om van de pijn af te komen. Echter, wees voorzichtig met de keuze, voordat het uitloopt op een ware martelgang. Binnen elke groep van gezondheidswerkers zijn er groeperingen die een ander beleid prefereren of die vanuit een bepaalde visie werken. Bij rugpijn bijvoorbeeld kan de ene specialist kleine stukjes uit het heupbeen tussen beschadigde wervels plaatsen, besluit een andere specialist om een elektronische stimulator op het ruggenmerg te plaatsen, terwijl weer een andere specialist massage ziet als de sleutel tot pijnverlichting.

Niemand heeft een antwoord op het hoe en waarom van alle pijnen. Pijn is, net als mensen, altijd anders. En iedereen ervaart pijn ook anders en gaat er anders mee om. Zowel biologische, psychologische als maatschappelijke aspecten spelen een rol bij pijnervaring. Echter, uit de vele niet-medicamenteuze pijnbehandelprogramma's blijkt dat bewegen het meeste effect heeft. Eventueel in combinatie met medicatie, maar dan voor een bepaalde, korte periode. Voorlichting, kennis en inzichten over pijn vormen de basis om therapeutisch te gaan bewegen tegen de pijn.

Als we niet begrijpen waarom bepaalde bewegingen pijn doen, zullen we hoe langer hoe meer die bewegingen gaan vermijden. Want waarom zouden we in hemelsnaam pijnlijke bewegingen maken als we niet weten waarom ze pijn doen? Pijn begrijpen vermindert de dreigwaarde van/angst voor van pijn. Dat heeft weer een positief effect op hoe we omgaan met de pijn. Hierdoor lukt het veel beter om te blijven bewegen, ook al doet het pijn.

Bewegen verhoogt niet alleen de gezondheid van gewrichten, weefsels, bloedsomloop en ademhaling, het heeft ook een belangrijke andere functie. Het leert de hersenen om hun creativiteit, nieuwsgierigheid en veerkracht te herwinnen en angst en onwetendheid een minder prominente rol te laten spelen. Omdat mensen van elkaar verschillen, hebben we verschillende soorten van bewustzijn en reageren daarom op alles anders. Daarom kunnen diverse behandelingsvormen een positief effect hebben op de pijn. Bijvoorbeeld medicatie, zenuwblokkades, dieet, cognitieve gedragstherapie, ontspanningsstrategieën, lichaamsgerichte therapie, et cetera...

Dr. Jeroen de Jong,
Gedragstherapeut / kinesioloog / pijnbehandelaar / senior onderzoeker
Vakgroep Revalidatie, Maastricht UMC+

pijn
Foto iStock
Sluit de enquête