De zwarte hond die depressie heet

 

depressie
Beeld Margo Vlamings

Iedereen heeft wel eens een dip. Na een ruzie, een flinke teleurstelling of een fikse tegenslag kun je je behoorlijk somber voelen. Meestal is dat snel weer over. Maar soms niet. Als je down blijft, nergens meer lol in hebt en je door het leven heen sleept, kan het zijn dat je depressief bent. Een ernstige, soms zelfs angstaanjagende aandoening, maar gelukkig is er veel aan te doen.

"Je bent om 10 uur 16 's ochtends bezig om 10 uur 20 te halen." Zo omschreef schrijver Joost Zwagerman in De Wereld Draait Door zijn meest zwarte momenten tijdens de depressies waaraan hij regelmatig leed. Ook op dagen dat hij als gast aan tafel bij Matthijs van Nieuwkerk zat. Van Nieuwkerk had er nooit iets van gemerkt. Maar volgens Zwagerman kon dat dus: op tv enthousiast over Picasso vertellen en de volgende dag niet in staat zijn om naar de supermarkt te gaan. Zwagerman heeft zijn Black Dog, zoals Winston Churchill ooit zijn depressies omschreef, niet kunnen verslaan. In september 2015 maakte hij een einde aan zijn leven.

Depressie is een echte ziekte

Zoals Joost Zwagerman zijn er vele gevallen, meestal gelukkig zonder zo'n desastreuze afloop. Volgens de Wereldgezondheidsorganisatie is depressie in 2020 volksziekte nummer één. Miljoenen mensen lijden eraan. En veel van die mensen zijn bang erover te praten en weten niet hoe ze hulp kunnen krijgen. Ook hun families zitten vaak met de handen in het haar, weten niet hoe te helpen. Toch is depressie grotendeels te voorkomen en te behandelen. De eerste stap daartoe is het onderkennen van een depressie en erover praten. Hoog tijd dus om het taboe dat er nog steeds omheen hangt te doorbreken.

Patiënten praten moeilijk over depressie

"De laatste jaren wordt er iets makkelijker over gesproken", zegt prof. dr. Frenk Peeters, hoogleraar Behandeling van stemmingsstoornissen Universiteit Maastricht. Maar dat de dip hip is, zoals sommigen beweren, onderschrijft hij niet. "Patiënten vinden het nog steeds moeilijk om ervoor uit te komen. 'Had ik maar een gebroken been', verzuchten ze vaak. 'Dat kun je tenminste zien.' Je merkt het van buiten echter niet als iemand zich afschuwelijk voelt. Dat maakt het lastig om erover te communiceren."

Depressie is géén dipje

Bovendien, voegt prof. dr. Peeters er aan toe, een depressie is géén dipje. "Als je een inzinking hebt, zit je even niet lekker in je vel. Maar je meldt je niet ziek en je ligt niet de hele dag in je bed. Bij een depressie heb je veel meer en veel ernstigere klachten die ook langer duren." Een burnout is ook iets anders. "Dan trekken mensen in het weekend of tijdens vakanties meestal wel weer bij. Depressie is een échte ziekte, die alles infecteert: gezinsleven, werk, vrije tijd. Je krijgt niks meer fatsoenlijk voor elkaar."

De ene depressie is de andere niet

Een depressie komt in verschillende vormen en maten. De bekendste zijn de 'gewone' unipolaire depressie, de postnatale depressie na de bevalling en de winterdepressie. Maar ook de bipolaire (manisch-depressief) en de psychotische vorm (met wanen of hallucinaties) komen voor.

Qua ernst onderscheiden psychiaters een milde (enigszins somber), een matige (vrij somber) en een ernstige depressie (heel somber). Meestal bouwt het zich langzaam op en stapelt het ene probleem zich op het andere totdat de emmer vol is. Maar soms ontstaat de depressie acuut als reactie op een ingrijpende gebeurtenis zoals een plotseling overlijden, onverwachte echtscheiding of een ontslag. En tenslotte voelen sommige patiënten zich al snel weer beter, terwijl anderen er langer dan één of zelfs twee jaar over doen.

Risicofactoren voor depressie

"Er is niet één oorzaak aan te wijzen waardoor iemand depressief wordt. Het is altijd een samenspel van allerlei Factoren", aldus prof. dr. Peeters. "De persoonlijkheid speelt een rol. Iemand die van nature tobberig, pessimistisch en snel zenuwachtig is, loopt iets meer risico. Lifestyle maakt ook uit. Zo blijken mensen met overgewicht vaker depressief te worden. Zij eten doorgaans minder gezond en bewegen minder. En laten dat nu juist de buffers zijn die een depressie kunnen voorkomen. Ook op sociaal gebied kan er van alles gebeuren waardoor iemand in een depressie schiet. Zoals een financiële crisis: een huis onder water of een dreigend ontslag. Ook prestatiedruk is voor sommigen moeilijk te hanteren."

Depressie is besmettelijk

Een depressie-gen bestaat niet. Het komt in bepaalde families wel iets vaker voor, maar het genetisch onderzoek staat nog zo in de kinderschoenen dat er eigenlijk niks zinnigs over te zeggen is. Peeters zal mensen om die reden dan ook nooit afraden kinderen te nemen. Depressie is wél besmettelijk. "Naaste familieleden lopen een groter risico om zelf depressief te worden. Mannen van vrouwen met een postnatale depressie bijvoorbeeld. Depressie drukt zwaar op omstanders, al was het alleen maar omdat de relatie niet meer van twee kanten komt. Dat ontmoedigt." Gelukkig is geluk net zo besmettelijk: als jouw omgeving lekker in zijn vel zit en men goed voor elkaar zorgt, verkleint dat het risico dat jij treurig wordt.

Depressie nooit wegwuiven

Omdat de Zwarte Hond zo'n veelkoppig monster is, is het lastig een één-op-één recept voor 'genezing' uit te schrijven. De eerste stap is altijd erkenning en professionele hulp zoeken, bijvoorbeeld bij de huisarts. Die kan dan beoordelen bij welke hulp iemand het meest is gebaat. Doorgaans, geeft prof.dr. Peeters aan, worden bij een heel ernstig depressieve patiënt zowel antidepressiva als gesprekstherapie voorgeschreven. Bij een mildere variant is zo'n combinatie niet nodig: pillen en therapie werken volgens hem beide even goed. Welke behandeling iemand ook krijgt, Peeters 1/3-1/3-1/3-regel gaat altijd op: na de eerste behandeling herstelt eederde van de patiënten, eenderde verbetert en bij eenderde gebeurt er helemaal niets. In het laatste geval wordt dan gezocht naar een alternatieve aanpak die wel werkt.

Zeker is dat je elke depressie serieus moet nemen. Prof. dr. Peeters: "Ook in de gezondheidszorg wordt depressie nog te vaak beoordeeld als iets dat wel vanzelf overgaat of waar je niet teveel aandacht aan moet besteden. Terwijl mensen echt ernstig kunnen lijden onder een depressie. Dat moet je nooit zomaar wegwuiven."

Wanneer professionele hulp zoeken?

Raadpleeg de huisarts als je je na drie maanden nog steeds rot voelt. Die kan je eventueel doorverwijzen naar de Riagg of het Maastricht UMC+. Het Riagg is goed in gesprekstherapie, terwijl het ziekenhuis ook andere behandelingen aanbiedt.

Lees ook meer www.metggz.nl, zoekterm 'depressie'.

 

 

Sluit de enquête