
Pre-menopauze
Als die eicellen bij vrouwen beginnen op te raken, tijdens de zogenaamde pre-menopauze, wordt er minder oestrogeen geproduceerd. De menstruatie wordt onregelmatiger, blijft af en toe weg of wordt ineens veel heviger. Uiteindelijk daalt de oestrogeenspiegel met maar liefst 80 procent! Zo'n dip gaat niet onopgemerkt voorbij, zeker als je weet dat oestrogeen ook van invloed is op de productie van elastine en collageen: eiwitten die huid, botten, gewrichten, vaten, spieren en slijmvliezen soepel en elastisch houden. Het lichaam zal zich moeten aanpassen, zowel lichamelijk als geestelijk.
Op een dag ben je voor het laatst ongesteld en heb je de menopauze bereikt. Wanneer dat precies is, weet je dus pas achteraf. Pas als je een jaar lang niet ongesteld bent geweest, kun je zeggen dat je de menopauze achter de rug hebt. Gemiddeld vindt de menopauze op 51-jarige leeftijd plaats.
Post-menopauze
Daarna is de vrouw in de post-menopauze beland. De eierstokken maken nog maar mondjesmaat oestrogeen aan, het lichaam raakt daaraan gewend en komt tot rust. De overgangsklachten zullen in de meeste gevallen na de menopauze in zo'n drie jaar tijd geleidelijk afnemen.
Te vroeg in de overgang
Als je vóór je veertigste in de overgang komt, is dat te vroeg. Dit overkomt zo'n 1 procent van alle vrouwen. Het kan het gevolg zijn van een ziekte of van een behandeling van een ziekte, zoals bestraling, chemotherapie en (preventieve) verwijdering van de eierstokken in het geval van kanker. Soms is er sprake van een erfelijke afwijking. Bij het overgrote deel van de vrouwen die te vroeg in de overgang komen is echter geen verklaring te vinden voor het feit dat hun eitjes voortijdig op raken. Extra naar: deze vrouwen lopen een groter risico op hart- en vaatziekten en osteoporose. Overleg in zo'n geval zéker met de huisarts over het gebruik van hormoontherapie!