
Drie soorten zenuwverbingen
Er zijn drie soorten zenuwverbindingen: zenuwverbindingen die de spieren besturen, zenuwverbindingen die boodschappen van het lichaam doorgeven aan de hersenen, zoals pijn en kou, en zenuwverbindingen die de organen binnenin het lichaam besturen. Dat gaat twee kanten op. Vanuit de hersenen geven motorische zenuwcellen via het ruggenmerg signalen naar spieren en klieren. Ze geven bijvoorbeeld de opdracht om bepaalde spieren samen te trekken – soms bewust (als je bijvoorbeeld je ogen sluit) en meestal onbewust (als je knippert met je ogen). Andersom geven sensibele zenuwcellen signalen vanuit zintuigen, weefsels en organen naar de hersenen toe door: ze vertellen de hersenen hoe het met ons lichaam is gesteld, of wat we zien, horen, proeven, ruiken en voelen. De langste zenuwverbinding loopt van je kleine teen naar je hersenen. Als je je kleine teen stoot, duurt het 40 milliseconden voordat je hersenen dat registreren. Eén milliseconde is een duizendste van een seconde.
Hoe ziet een zenuwcel eruit?
"Je kunt je een zenuwcel in wezen voorstellen als een zeester, met korte uitlopers en één hele lange uitloper", legt prof.dr. Werner Mess, hoofd Klinische Neurofysiologie Maastricht UMC+ uit. "De korte uitlopers vangen prikkels op, de lange uitloper transporteert informatie naar andere zenuwcellen, spiercellen of kliercellen. Die lange uitlopers lopen door ons lichaam in zenuwbundels die lijken op litzedraad: koperdraad die uit een bundel dunne draden bestaat. Om de prikkels snel en efficiënt te geleiden, zit er een isolatielaagje rondom de zenuwen, ook wel myeline genoemd."
En hoeveel zenuwcellen heeft een mens eigenlijk? Prof.dr. Werner Mess: "Dat weet niemand precies. Ongeveer 100 miljard. Neem bijvoorbeeld het oog. Het netvlies bestaat uit drie lagen die volgepropt zijn met zenuwcellen. Honderden miljoenen, in het oog alleen al!"