Zwangerschapshormonen
Als je zwanger raakt, maakt je lichaam grote hoeveelheden hormonen aan die je zonder zwanger te zijn ook al in mindere mate bezat. Dit zijn de belangrijkste:

De eerste 16 weken: hCG-hormoon

Het hormoon hCG zorgt ervoor dat de embryo zich kan ontwikkelen. Vanaf de zesde tot en met de zestiende week van je zwangerschap bevat je urine zoveel hCG-hormoon dat je hiermee andere vrouwen kunt helpen om zwanger te worden. Helaas zorgt dit hormoon er ook voor dat je je misselijk en lusteloos voelt in de eerste zestien weken van je zwangerschap.

Na 16 weken: progesteron

Progesteron is het beschermende hormoon dat ervoor zorgt dat je baarmoeder zich niet samentrekt. De bijbehorende kwaaltjes: je houdt er vocht door vast of loopt kans op aambeien, een moeilijke stoelgang of bloedend tandvlees.

Tot aan de bevalling: oestrogenen

Dankzij deze hormonen kan je baarmoeder groeien en nieuwe bloedvaten aanleggen. Ook je melkklieren ontwikkelen zich, waardoor je later borstvoeding kunt geven. Tegen het einde van de zwangerschap gaat je baarmoeder door de oestrogenen samentrekken, ter voorbereiding op de bevalling.

De bevalling en daarna: oxytocine

Oxytocine is een hormoon dat weeën veroorzaakt. Het kan zelfs extra worden toegediend om de weeën op te wekken. Maar het is ook een hormoon met grote emotionele effecten: het speelt een rol bij moederbinding, vriendschappen, romantiek én bij een orgasme.

Papa doet leuk mee

Uit Amerikaans onderzoek is gebleken dat ook jonge vaders last van hormoonschommelingen hebben. Als je partner zwanger is, produceer je als man twintig procent meer prolactine en oestradiol, waardoor je ook een beetje nestdrang krijgt. En je maakt 33 procent minder testosteron aan dan anders, wat je minder agressief maakt en de zin in seks af doet nemen.

De babyblues

Het is helemaal niet gek als je in de dagen na je bevalling last van huilbuien hebt. Zie het als een soort afkicken: je lichaam zat bomvol hormonen die helemaal in balans waren en opeens is er – met de placenta – van alles weggevallen. Maar je hersenen hebben nog steeds behoefte aan die stofjes. Een enkele keer gaat dit afkicken niet vanzelf en leidt het tot een postnatale depressie die behandeld moet worden.

Onvruchtbaarheid

Als je niet in verwachting kunt raken, is er een kans dat hormonen de boosdoeners zijn. Dat geldt voor vrouwen en voor mannen. Uitgebreide onderzoeken maken dan hopelijk duidelijk wat er precies aan de hand is. En soms is het mogelijk om tekorten aan hormonen te verhelpen of hormonen die de vruchtbaarheid tegenhouden af te remmen.

Dit zijn de twee hormonale hoofdrolspelers bij het zwanger worden:
• het luteïniserend hormoon (LH) laat de eicel rijpen en helpt mee bij de eisprong
• het follikelstimulerend hormoon (FSH) heeft een vergelijkbare functie en zet bij de mannen aan tot rijping van het zaad.  

Kijk ook eens op www.moedersvoormoeders.nl

Gezond Idee

 

Sluit de enquête