Snurken – dit moet je weten
Het is een kwaal waarvan anderen doorgaans meer last hebben dan jijzelf. Ja, we hebben het over snurken. Het geluid dat een snurker tijdens zijn of haar slaap produceert kan variëren van een gezellig geknor tot gezaag met het volume van een laag overvliegende straaljager. Met soms verstrekkende gevolgen voor snurker en bedgenoten: van lichamelijke en geestelijke uitputting tot echtscheiding aan toe. Valt er iets aan te doen?
01 | Snurken - wat is het?
Een brommerig, krakend, zoemend, zagend geluid dat iemand tijdens het slapen voortbrengt. De modale snurker produceert een geluid van 30 tot 40 decibel. Bij 50 decibel wordt het snurken storend voor de omgeving. Een harde snurker kan een geluid van bijna 100 decibel voortbrengen. Hoe ouder je wordt, hoe harder je als snurker snurkt.
02 | Hoe komt het?
Bij het ademhalen gaat de lucht via de neusholte, de keelholte en de luchtpijp naar de longen. Tijdens het slapen verslappen alle spieren, dus ook die van de keel en mond. De kaak zakt naar achteren waardoor de van nature bij veel mensen al nauwe mond-keelholte nog krapper wordt. Daardoor kunnen bij het ademhalen de huig en andere weke delen in de mond gaan trillen. Zo ontstaat het geluid dat bekend staat als snurken. Je kunt het vergelijken met het leeglopen van een ballon, waarbij lucht heel snel door een smalle doorgang wordt geperst met trillingen en een snerpend geluid als gevolg. Wat ook kan is dat de ontspannen wegzakkende tong de smalle luchtweg verkleint en de trilling veroorzaakt. Een verstopte neus, bijvoorbeeld door verkoudheid of een allergie, kan ook een snurk-oorzaak zijn.
03 | Wie doen het?
Mannen en vrouwen, kinderen en volwassenen – iedereen kan snurken. Mannen doen het wel vaker dan vrouwen. Op volwassen leeftijd zaagt ongeveer één op de vijf mannen. Bij mensen op hoge leeftijd lijkt het juist weer af te nemen. Snurken lijkt voor een groot deel erfelijk te zijn. Ook zwangere vrouwen kunnen door zwangerschapshormonen en een snelle gewichtstoename behoorlijk ronken. Dat houdt na de bevalling meestal vanzelf weer op.
04 | Ik blijk te snurken! Wat nu?
Om te beginnen: erken dat het zo is. Je co-slaper klaagt niet om je te pesten en jij snurkt niet expres. En dan:
- Niet op je rug maar op je zij slapen kan snurken verminderen, omdat huig, tong en het zachte gehemelte minder naar achteren zakken – een strategisch geplaatst kussen kan helpen te voorkomen dat je in je slaap weer op je rug draait.
- Drink geen alcohol, want dat verslapt de spieren in je mond die de keelholte openhouden.
- Doe iets aan eventueel overgewicht. Vet zit overal, ook rond de keel, waardoor de luchtweg nog nauwer wordt en de kans op snurken dus nog groter.
- Stop met roken. Roken zorgt vaak voor geïrriteerde slijmvliezen van de luchtwegen, wat een verdikking kan veroorzaken. En daarmee gesnurk.
- Probeer eventueel gebruik van slaapmiddelen, mogelijk met hulp van de huisarts, af te bouwen. Slaapmiddelen zorgen voor extra spierverslapping, met extra gesnurk als gevolg.
- Pas op met gebruik van neusdruppels met xylometazoline, want je neus went eraan en voor je het weet heb je juist een continue neusverstopping. Als je snurkt door langdurige verstopping van de neus, ga dan naar de huisarts. Die kan speciale neussprays voorschrijven die opzwelling van het neusslijmvlies tegengaan.
05 | Help, mijn bedgenoot snurkt!
Hinderlijk, hè? Bij een bescheiden, incidentele snurker kan het genoeg zijn om hem of haar een por te geven zodat er een andere slaaphouding wordt aangenomen en het geknor stopt. Maar als snurkfrequentie en/of snurkvolume oplopen, zal dat op z’n minst niet bevorderlijk zijn voor de nachtrust, met alle gevolgen van dien voor het functioneren overdag. Wat te doen als co-slaper?
- Gebruik oordopjes
- Ga elders slapen
- Blijf het probleem benoemen totdat er iets aan gedaan wordt. Degene die wordt aangesproken op zijn of haar gesnurk voelt zich vaak betrapt en gegeneerd, gevoelens die doorgaans niet het beste in een mens losmaken. Onder snurkdeskundigen schijnt ‘de ontkennende man’ een een bekend begrip te zijn. En dus wordt er in plaats van naar een oplossing te zoeken vaak eerst een tijd gezegd dat het aan de ander ligt: die overdrijft of slaapt te licht. En zo modderen mensen soms jarenlang voort: dader en slachtoffer slapen allebei slecht en onderbroken, met grote negatieve invloed op de kwaliteit van leven en de relatie.
06 | Wanneer trek je aan de bel?
Ga naar de huisarts als je overdag erg moe bent vanwege het gebrek aan ononderbroken slaap en je je niet meer kunt concentreren op het werk of in het verkeer en/of als je slaappartner het niet meer trekt. Zo nodig verwijst de huisarts de snurker door naar een KNO-arts voor verder onderzoek. Mensen die in hun slaap regelmatig tussen het snurken door ook nog stoppen met ademen moeten zeker naar de huisarts, want dan kan er sprake zijn van slaapapneu (zie 8).
07 | Hoe kan de dokter helpen?
De KNO-arts heeft voor zware snurkers, zeker als er sprake is van slaapapneu, een aantal behandelingen in de aanbieding:
- Een slaapbeugel die het boven- en ondergebit vastzet. Met dit door de tandarts aangemeten Mandibulair (= onderkaak) Repositie (=verplaatsing) Apparaat (MRA) krijgt de onderkaak geen kans om tijdens het slapen naar achteren te zakken, blijft de tong beter op zijn plek en heeft de luchtweg tijdens het slapen meer ruimte.
- Een sleep position trainer: een klein apparaatje dat je ‘s nachts draagt en dat gaat trillen op het moment dat je op je rug ligt. Zo wen je eraan om dat niet meer te doen.
- Een operatie. Als de neusholte te nauw is door poliepen of door een scheef neustussenschot kan dat operatief worden verholpen. Bij heel ernstige snurkklachten kan de KNO-arts het gehemelte straktrekken of de huig verwijderen.
Let wel: bij geen van deze behandelingen is succes verzekerd. Ook wordt de behandeling niet altijd vergoed, zeker niet als snurken op zichzelf staat. Overleg met de arts wat de beste optie voor jou is.
08 | Wat is apneu?
Bij sommige mensen is de keelholte zo nauw dat de zachte delen in de mond tijdens het slapen af en toe tegen elkaar aangezogen worden, waardoor er een totale afsluiting van de luchtwegen ontstaat. Het gevolg is een ademstilstand die wel 30 seconden of langer kan duren. Gevaar voor verstikking is er dan overigens niet, omdat de hersenen een alarmsignaal afgeven dat de slaper daarvoor waarschuwt. Maar het zal duidelijk zijn dat dit geen diepe, ononderbroken gezonde slaap oplevert.
Iedereen die slaapapneu heeft, snurkt; niet iedereen die snurkt heeft een slaapapneu. Van een Obstructieve Slaapapneu (OSA) is er sprake als er ‘s nachts meer dan vijf keer per uur zo’n ademstilstand is én van daaruit voortvloeiende klachten. Denk aan: oververmoeidheid, hart- en vaatziekten, hartritmestoornissen en zelfs suikerziekte. Volgens schattingen zijn er in Nederland zo’n 315.000 mensen die last hebben van een OSA. Ook bij kinderen komt het voor; symptomen hiervan zijn onder meer: snurken, stokkende ademhaling tijdens het slapen, hangerigheid overdag, een abnormale slaaphouding met het hoofd naar achteren en overdag en ‘s nachts door de mond ademen.
Een specialist stelt door middel van een uitgebreide slaapregistratie (polysomnografie) vast of er inderdaad sprake is van een OSA. Op grond van de bevindingen wordt een behandeling op maat voorgesteld. Maastricht UMC+ werkt hiervoor al jaren samen met CIRO+ in Horn, dat onder meer in slaap gerelateerde ademhalingsstoornissen gespecialiseerd is. Zie voor meer informatie www.ciro-horn.nl.
