Bang door kanker
Wie te maken krijgt met kanker krijgt onvermijdelijk ook te maken met angst. Tijdens de behandelperiode zullen de angst en zorgen zich met name richten op het eindresultaat van je behandeling en welke gevolgen er zullen zijn. “Maar zelfs na een geslaagde behandeling kan angst en onzekerheid een rol blijven spelen”, weet Francis Soumete. “Bij iedere periodieke controle word je opnieuw geconfronteerd met de kans op terugkeer van de ziekte. Angst wordt dan een verborgen duiveltje: bij elk pijntje dat je voelt, denk je gelijk weer aan kanker. Die eerste schrikreactie is normaal en het is goed om alert te blijven. Maar als die angst langdurig je leven beheerst, kun je beter hulp zoeken om hiermee om te leren gaan.”
Na een behandeling tegen kanker ontstaat voor de patiënt en zijn naaste omgeving een heel nieuwe situatie. Het vraagt om veel aanpassingen in je dagelijks leven. Bij de een verloopt dat wat sneller en soepeler dan bij de ander. Je moet leren omgaan met je angst voor terugkeer van de kanker. Je moet op zoek naar jouw ‘nieuwe normaal’. Sommige mensen kunnen dat zelf, maar anderen hebben er wat hulp bij nodig.
Somberheid na de kankerbehandeling
De eerste tijd na alle behandelingen zul je vooral opgelucht en blij zijn. Ook de mensen in je omgeving halen opgelucht adem en zullen gaandeweg minder vaak informeren hoe het met je gaat. Het behandelend team sluit je dossier; je ziet de arts waarschijnlijk steeds minder vaak terug voor controle. Je leven lijkt weer bijna normaal. Maar Francis ziet vaak dat patiënten moeite kunnen hebben met dit ‘nieuwe normaal’.
“Je hebt sombere momenten, een sombere bui of een sombere dag. Ook vermoeidheid en concentratieproblemen kunnen langer aanhouden dan verwacht. Op zich is dit een heel normaal verschijnsel, want je moet leren leven met een nieuw evenwicht. Je wordt nooit meer 100% dezelfde persoon als vóór de ziekte. Somberheid in reactie op de diagnose kanker is in veel gevallen een normale reactie op een abnormale situatie.”
Op zoek naar een nieuwe balans
Na je behandeling kun je, indien geïndiceerd, deelnemen aan een oncologisch revalidatieprogramma. In het Maastricht UMC+ worden, naast fysiotherapie, verschillende modules aangeboden die kunnen helpen om je leven weer op de rit te krijgen. Bij de module ‘Meer (be)grip op een dip’ komen bijvoorbeeld mensen in groepssessies bij elkaar. Onder leiding van een team van een psychosociale oncoloog leren deelnemers hoe zij beter om kunnen gaan met hun sociale netwerken, hun werk en dagelijks leven. Informeer wat de mogelijkheden zijn bij jouw ziekenhuis.
Francis ziet in deze groepen dat mensen die zelf niet zo gemakkelijk over hun gevoelens kunnen spreken, toch leren van de ervaringen, tips en adviezen van anderen. “Als je behoefte hebt om individueel over je angsten en gevoelens te praten, kun je altijd een gesprek aanvragen met iemand van het medisch maatschappelijk team. Vaak hebben mensen al aan een paar gesprekken voldoende om weer zelf verder te kunnen.”
Steun in het gezin
Niet iedereen kan zijn diepste gevoelens altijd met een partner of kinderen delen. Soms ervaart een patiënt onvoldoende steun bij zijn partner of gezin. En de wens van iemand die niet meer behandeld wil worden staat soms haaks op de wens van familieleden. “Ook dan kun je samen met een medisch maatschappelijk werker of andere hulpverlener het gesprek aangaan”, zegt Francis.
“Als je jouw wens tegenover een hulpverlener kunt uiten, kan hij/zij je helpen en steunen om dit naar je partner en gezin te communiceren. Dit werkt soms beter dan dat een partner of gezin hier rechtstreeks mee worden geconfronteerd. Jouw wensen lopen nu eenmaal niet altijd in de pas met het gevoel, de wensen en verwachtingen van jouw naasten. Een hulpverlener probeert je dan naar elkaar toe te brengen. Je gunt immers iedereen de steun van zijn naasten.”
Herken de signalen
Na een ernstige ziekte is het niet abnormaal dat je tijd en misschien begeleiding nodig hebt om je weer aan te passen aan je nieuwe toekomst. Weet dat je niet de enige bent die hiermee kampt. Huilen, depressieve gevoelens, vermoeidheid of slecht slapen kunnen signalen zijn dat iemand niet goed kan omgaan met zijn angstgevoelens en onzekerheid over gezondheid, werk, gezin en toekomst.
“Vaak is een steunend sociaal netwerk al voldoende om de angst als normale reactie op de abnormale situatie op te vangen. Erover praten helpt. Bespreek je gevoelens met mensen in je omgeving en/of met professionele hulpverleners. Laat je behandelend arts weten als jouw angsten of gevoelens je leven te lang of te veel beïnvloeden, of neem contact op met het team medisch maatschappelijk werk van jouw ziekenhuis. Samen kun je dan kijken wat jij nodig hebt en hoe je weer beter kunt functioneren.”
Leestip
Het boek ‘Angst na kanker – Wat als je bang bent opnieuw ziek te worden?’ van Jan Verhulst en Coen Völker geeft je in heldere taal handvatten om je angst beter te hanteren.